Meer bekend over BIK

Om investeringen te blijven stimuleren ondanks coronatijd, komt er – als het aan het kabinet ligt – volgend jaar

een nieuwe, tijdelijke (tot eind 2022) subsidieregeling: de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Tot 5 oktober waren alleen de hoofdlijnen van deze nieuwe regeling bekend. Maar inmiddels is er meer informatie over de omvang en werking van de regeling. Als u per bedrijfsmiddel minimaal € 1.500 investeert en minimaal € 20.000 per aanvraag, kunt u een investeringskorting krijgen. Deze korting kunt u verrekenen met de af te dragen loonheffing. De hoogte van de korting hangt af van de omvang van het investeringsbedrag:

  • bij investeringen tot en met € 5 miljoen per kalenderjaar bedraagt de korting 3% van het investeringsbedrag;
  • bij investeringen boven € 5 miljoen bedraagt de korting 2,44% van het investeringsbedrag boven de € 5 miljoen.

De regeling is van toepassing op investeringen in bedrijfsmiddelen waarvan de investeringsverplichtingen op of na 1 oktober 2020 zijn aangegaan. De investeringen moeten tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig zijn betaald en daarna binnen zes maanden in gebruik zijn genomen.

Tip

U kunt de BIK benutten naast andere bestaande stimuleringsregelingen, zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de vervroegde afschrijving milieu-bedrijfsmiddelen (VAMIL), mits aan de voorwaarden voor deze stimuleringsregelingen wordt voldaan.

Invoering nog onzeker

Het BIK-budget bedraagt € 2 miljard per jaar. De BIK-regeling is inmiddels opgenomen in het Belastingplan 2021, waarmee de Eerste en Tweede Kamer nog moeten instemmen. Tijdens de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer lag de regeling al behoorlijk onder vuur. Het is dus nog niet zeker of de nieuwe regeling er ook echt komt.

Thuiswerken heel 2020 geen invloed op vaste (reis)kostenvergoedingen

Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter kunt u een vaste onbelaste vergoeding afspreken met uw werknemers, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis, zoals het thuiswerken, wat betreft de vervoerskosten, tot een verandering van hun reispatroon.

Zonder nadere maatregelen zou deze verandering kunnen meebrengen dat u de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. Dit is ongewenst. Daarom hoeft u gedurende heel 2020 de vaste reiskostenvergoedingen niet aan te passen bij een wijziging in het reispatroon van uw werknemers. Dit geldt ook voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat u voor heel 2020 mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.

Andere vaste kostenvergoedingen

Onder voorwaarden mag u voor gericht vrijgestelde en intermediaire kosten een vaste, onbelaste kostenvergoeding geven, die niet ten koste gaat van de vrije ruimte. Vanwege het thuiswerken kan het zo zijn dat uw werknemers bepaalde kosten niet meer maken. Zonder nadere maatregelen zou u dan na 6 weken moeten beoordelen of de kosten nog steeds worden gemaakt. Als dat niet geval is, dan zou u de vergoeding voor deze kosten moeten stopzetten, belasten of ten laste van de vrije ruimte moeten brengen. Ook voor deze kosten wordt voor heel 2020 goedgekeurd dat u mag uitgaan van de feiten waar de vergoeding op is gebaseerd en dus geen rekening hoeft te houden met gewijzigde kosten als gevolg van de coronamaatregelen.