Iets lager IB-tarief en verruiming eerste schijf
25 oktober 2021 

Iets lager IB-tarief en verruiming eerste schijf

Iets lager IB-tarief en verruiming eerste schijf

Er zijn twee tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting: een schijf met een laag tarief (nu: 37,10%) en een schijf met een hoog tarief (nu: 49,5%) dat van toepassing is op een inkomen vanaf € 68.507. Volgend jaar ligt dit beginpunt van de tweede schijf bij € 69.398. In 2022 gaat het lage tarief iets omlaag naar 37,07%. Het hoge tarief wijzigt niet. Tussen 2023 en 2024 wordt het tarief in de eerste schijf verder verlaagd tot uiteindelijk 37,03%. 


Lees meer over onze MKB diensten 

Verlaging maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting

Het maximum van de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt in 2022 verlaagd met € 318. De korting bedraagt volgend jaar maximaal € 2.534. Als u werkt en een kind heeft in de leeftijd tot 12 jaar,  komt u mogelijk in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Dat is het geval als u geen fiscale partner heeft of als u die wel heeft maar uw arbeidsinkomen lager is dan dat van uw partner. De hoogte van de korting hangt af van uw arbeidsinkomen.

Lager eigenwoningforfait 

Het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.110.000 wordt verlaagd van 0,50% naar 0,45% in 2022. Voor woningen met een WOZ-waarde van € 1.110.000 of meer blijft het forfait 2,35%. U bent dit tarief alleen verschuldigd voor de WOZ-waarde boven € 1.110.000.

Besluit eigenwoningregeling wordt wetgeving en aangepast

De toepassing van de eigenwoningregeling bij partners is nu nog vastgelegd in een beleidsbesluit dat voortvloeit uit de per 1 januari 2013 ingevoerde verplichte jaarlijkse aflossingseis voor eigenwoningschulden. Dit besluit wordt omgezet in wetgeving en aangepast. De eigenwoningregeling is een complexe regelgeving. De voorgestelde aanpassingen zijn al even complex en lenen zich daarom niet goed voor een behandeling in dit FiscKoffertje. Daarom volgt hierna een korte opsomming van de belangrijkste punten, zonder verder in details te treden. Herkent u een van de geschetste situaties, neem dan contact op met uw fiscale adviseur. Die helpt u graag verder als u behoefte heeft aan meer detailinformatie. 

  1. Toerekening van vóór een huwelijk ontstane eigenwoningreserve wordt beperkt tot huwelijken in algehele gemeenschap van goederen;
  2. Inzet van een eigenwoningreserve bij gezamenlijke aankoop en financiering van een woning: de tegemoetkoming die geldt als u de eigen woning ieder voor de helft koopt en ook de eigenwoningschuld u ieder voor de helft aangaat, u het ‘eigenwoningverleden’ over u en uw partner gelijkelijk mag verdelen, geldt ook bij een andere verdeling dan 50-50-aankoop en -financiering;
  3. Overgang aflossingsstand bij huwelijk: de aflossingsstand gaat niet langer over op de partner, maar blijft bij de partner bij wie deze is ontstaan;
  4. Bestaande eigenwoningschuld (EWS) bij oversluiten naar nieuwe gezamenlijke EWS: introductie keuzerecht die het mogelijk maakt dat een bestaande EWS door beide partners gezamenlijk kan worden ingezet naar rato van hun aandeel in de gezamenlijke nieuwe schuld;
  5. Overlijden en de eigenwoningregeling: bij overlijden gaat de bestaande eigenwoningreserve niet over op de langstlevende partner of andere belastingplichtige. Dit geldt ook voor een eventueel aanwezige aflossingstand. Daarnaast introductie van een keuzerecht voor de langstlevende partner om van het overgangsrecht van een bestaande EWS van de overleden partner gebruik te maken bij het oversluiten van een bestaande EWS naar een nieuwe lening.

Overdrachtsbelasting en onvoorziene omstandigheden

Koopt u een woning die u als hoofdverblijf gaat gebruiken, dan betaalt u 2% overdrachtsbelasting (OVB). Koopt u een woning die voor u geen hoofdverblijf zal zijn, dan betaalt u 8% OVB. Bent u (of is uw partner) tussen 18 en 35 jaar oud dan kunt u mogelijk de startersvrijstelling benutten waardoor u in het geheel geen OVB hoeft te betalen. Dat is het geval als de waarde van de aangekochte woning inclusief aanhorigheden niet meer dan € 400.000 bedraagt en u de startersvrijstelling niet eerder hebt benut. Cruciaal voor de toepassing van het 2%-tarief en de startersvrijstelling is dat u de woning als hoofdverblijf anders dan tijdelijk gaat bewonen. Toch kunnen zich vóór de verkrijging van de woning maar nadat de koopovereenkomst niet meer kan worden ontbonden, onvoorziene omstandigheden (zoals overlijden of scheiding) voordoen, waardoor u niet meer aan het hoofdverblijfcriterium voldoet. Onder deze omstandigheden geldt dat u geacht wordt de woning als hoofdverblijf te zullen gebruiken, waardoor u niet alsnog het 8%-tarief in de OVB verschuldigd bent. Voor onvoorziene omstandigheden die zich voordoen ná de levering is dit al zo geregeld.

STAP-budget vervangt scholingsaftrek

Volgend jaar wordt de fiscale scholingsaftrek vervangen door het zogenoemde STAP-budget. STAP staat voor Stimulering Arbeidsmarktpositie. Met het STAP-budget kunt u bij het UWV een individueel leer- en ontwikkelbudget van maximaal € 1.000 per jaar aanvragen. Daarmee kunt u zich verder ontwikkelen en uw inzetbaarheid op de arbeidsmarkt vergroten. De scholingsactiviteiten die voor het budget kwalificeren komen in het STAP-scholingsregister te staan. U kunt het STAP-budget vóór aanvang van de scholing aanvragen via het STAP-portaal van het UWV. Dat kan één keer per jaar. Wordt de aanvraag goedgekeurd, dan betaalt het UWV het bedrag rechtstreeks aan de opleider. Hoewel het STAP-loket pas per 1 maart 2022 opengaat, wordt de fiscale aftrek van scholingsuitgaven al per 1 januari 2022 afgeschaft. In de tussenliggende twee maanden bent u voor de financiering van uw scholingsactiviteiten aangewezen op de mogelijkheden bij uw werkgever, sector of bijvoorbeeld de regeling ‘NL leert door’. Het STAP-budget is een tijdelijke regeling die vervalt  per 1 januari 2027. 

Minder verhuurderheffing

Was u op 1 januari 2021 in het bezit van meer dan 50 huurwoningen met een maximale huurprijs van € 752,33 per maand? In dat geval bent u verhuurderheffing verschuldigd over de WOZ-waarde van deze huurwoningen (met een maximum van € 315.000 per woning) verminderd met 50 x de gemiddelde WOZ-waarde van deze woningen. U bent vrijgesteld van de verhuurderheffing als de woningen Rijksmonumenten zijn, die krachtens de Erfgoedwet als zodanig zijn aangewezen. De verhuurderheffing bedraagt nu 0,526% van de heffingsgrondslag. Het kabinet heeft voorgesteld om het tarief van de verhuurderheffing in 2022 te verlagen van 0,526% naar 0,485%. Daarnaast wordt voorgesteld om de heffingsverminderingen maandelijks in plaats van per kwartaal te verhogen, te verlagen of op nihil vast te stellen. Zo moet overschrijding van het beschikbare budget worden voorkomen. U wordt over een bijstelling ruim voor de maand van inwerkingtreding geïnformeerd.

Toch huurtoeslag bij overschrijding maximum huurgrens

Als uw huurprijs de maximum huurgrens (in 2021: € 752,33) overschrijdt, heeft u in beginsel geen recht (meer) op huurtoeslag. Vanaf volgend jaar kunt u in dat geval toch voor huurtoeslag in aanmerking komen. Daar wordt wel de voorwaarde aan verbonden dat u voordat de overschrijding plaatsvond, voor uw woning al op enig moment recht op huurtoeslag had. 

Verplichte gegevensuitlevering kinderopvang

Kinderopvangorganisaties worden vanaf volgend jaar verplicht om maandelijks gegevens uit te leveren aan de Belastingdienst Toeslagen. 

Meer subsidie voor emissieloze personenauto’s

U kunt als particulier subsidie krijgen voor de aankoop of (private) lease van een nieuwe elektrische auto. Die subsidie kunt u krijgen op grond van de tijdelijke Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP). Vanaf 2022 is er een hoger budget beschikbaar. Maar het subsidiebedrag voor een nieuwe auto gaat omlaag van € 4.000 naar € 3.350 in 2022. In de jaren erna wordt het bedrag verder verlaagd: in 2023 naar € 2.950 en in 2024 naar € 2.550. Vanaf 2025 wordt geen subsidie meer verstrekt. U kunt in deze subsidieregeling ook subsidie krijgen voor de aanschaf van een gebruikte elektrische personenauto. Dat bedrag blijft gelijk aan dat van dit jaar: € 2.000 per auto. Dat bedrag blijft de komende jaren gelijk. 

Hogere subsidies voor verduurzaming woningen

Het kabinet maakt meer geld vrij voor de verduurzaming van woningen. Zo kunt u een tegemoetkoming krijgen van € 1.000 tot € 2.100 voor de aanschaf van een hybride warmtepomp. Deze pompen zijn een combinatie van een elektrische warmtepomp en een cv-gasketel. Ook komt er een Nationaal Isolatieprogramma om de 20% slechts geïsoleerde huur- en koopwoningen versneld te isoleren. Bovendien wordt onder meer het bestaande budget van de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE++) verhoogd. 



Lees meer over onze MKB diensten