Gedurende de betaalpauze die u met uw bank bent overeengekomen gelden er versoepelde fiscale regels voor de aftrekbaarheid van de hypotheekrente. De betaalpauze moet dan wel aan de volgende drie voorwaarden voldoen:
1. u hebt in de periode 12 maart 2020 tot en met 31 december 2020 bij uw geldverstrekker aangegeven dat u (dreigende) betalingsproblemen heeft door de uitbraak van het coronavirus;
2. u en uw geldverstrekker zijn daarom een betaalpauze overeengekomen, die uiterlijk op 1 januari 2021 ingaat en die schriftelijk door de geldverstrekker is bevestigd;
3. de looptijd van de betaalpauze bedraagt maximaal twaalf maanden.
Let op
Is de geldverstrekker een niet-administratieplichtige (bijvoorbeeld familie of een eigen bv), dan gelden aanvullende voorwaarden. Uw adviseur kan u hierover nader informeren.
De versoepelde regels die gelden als u gebruikmaakt van de betaalpauze voor uw hypoheeklasten betreffen twee aspecten van de eigenwoningregeling: de aflossingsplicht en het moment van de renteaftrek.
Aflossingsplicht
Het uitstellen van de betaling van hypotheeklasten heeft fiscale gevolgen als u een hypotheek hebt die na 31 december 2012 is afgesloten. Daarop moet u namelijk verplicht aflossen om de renteaftrek te mogen toepassen. Onder de normale fiscale regels zou dit betekenen dat u de uitgestelde hypotheeklasten in 2020 al in 2021 weer moet inlossen om de renteaftrek te behouden. Dit effect is ongewenst en daarom geldt een versoepeling. Maakt u dit jaar gebruik van een betaalpauze voor uw hypotheeklasten, dan hoeft u de aflossingsachterstand niet al eind 2021 te hebben ingehaald om uw renteaftrek te behouden. U mag deze uitsmeren over de resterende looptijd van uw hypotheek (van maximaal 360 maanden). U mag er ook voor kiezen om uw resterende lening te splitsen, zodat u de betaalachterstand sneller – binnen bijvoorbeeld 5 jaar – afbetaalt.
Renteaftrek of niet
Eigenwoningrente is aftrekbaar in 2020 als u dit jaar rente betaalt of als de rente dit jaar wordt verrekend, ter beschikking wordt gesteld of rentedragend wordt. De eigenwoningrente is fiscaal als rentedragend aan te merken als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1. er moet sprake zijn van een beschikkingshandeling van de geldverstrekker, waaruit blijkt dat de verschuldigde rente vaststaat en dit bedrag rentedragend schuldig wordt gebleven;
2. er moet rente in rekening worden gebracht;
3. er moet reële zekerheid bestaan dat de verschuldigde rente feitelijk wordt betaald.
Of er wordt voldaan aan de eerste twee voorwaarden moet blijken uit het contract dat u met uw geldverstrekker hebt gesloten. Als uw geldverstrekker daarin geen gebruik maakt van de mogelijkheid uit de oorspronkelijke leenovereenkomst om bij niet tijdig betalen van de rente aan u een rentevergoeding in rekening te brengen en tijdens de betaalpauze geen rentevergoeding over de achterstallige rente aan u in rekening heeft gebracht, dan wordt niet aan de eerste twee voorwaarden voldaan. U kunt de rente dan pas in aftrek brengen in het jaar van de feitelijke betaling. Is dat na 2020, dan is de rente dus niet in 2020 aftrekbaar.
Maakt uw geldverstrekker wel gebruik van de contractuele mogelijkheid om tijdens de betaalpauze een rentevergoeding aan u in rekening te brengen bij niet betalen van de rente op de reguliere vervaldata? In dat geval wordt wel voldaan aan de voorwaarden 1 en 2. Dat is zelfs het geval als vervolgens expliciet is aangegeven om die rentevergoeding op nihil te stellen vanwege de bijzondere omstandigheden. Omdat in dit geval de verschuldigde rente in 2020 wel rentedragend is geworden, is deze rente aftrekbaar in 2020.
Let op
Gaat u een schuld aan om de renteachterstand in te halen, dan is dit altijd een box-3-schuld, waarvan de rente dus niet aftrekbaar is.